De Kleine Zeemeermin is een beroemd sprookje van de Deense schrijver Hans Christian Andersen, dat voor het eerst is uitgegeven in 1836.
De Kleine Zeemeermin gaat over Ariel, een mooie, jonge zeemeermin, een van de dochters van de zeekoning Triton. Ze heeft een obsessie voor mensen en hun spullen, iets wat haar vader absoluut niet kan waarderen omdat hij mensen als gevaarlijk ziet. Hij wijst daarom zijn hofmuzikant, Sebastiaan de krab, aan om op haar te letten.
Op een avond zien Ariel en haar vissenvriend Botje aan boord van een schip de jonge prins Eric. Ariel wordt op slag verliefd op hem. Wanneer het schip in een storm belandt en vergaat, redt ze Eric uit de golfen en brengt hem veilig aan land. Hij wil naderhand uiteraard weten wie hem gered heeft, maar hij kent enkel en alleen haar hemelse stem. Zijn hond Max verraadt Ariel nog bijna, maar ze kan ontkomen voor hij haar ziet.
Wanneer Triton ontdekt dat Ariel verliefd is geworden op een mens, vernietigt hij uit woede al haar verzamelde spullen, inclusief een standbeeld van prins Erik. Verdrietig en kwaad besluit Ariel, overgehaald door de alen Gruwel en Griezel, naar de zeeheks Ursula te gaan. Deze stemt toe haar in een mens te veranderen zodat ze Eric kan opzoeken, maar op twee voorwaarden: Ariel moet haar stem afstaan en Ariel moet Eric binnen drie dagen een liefdeskus geven. Zo niet, dan wordt ze opnieuw zeemeermin en wordt ze door Ursula gevangengenomen. Ariel gaat akkoord.